Vakantiekrachten

De vakanties komen er weer aan en dat is vaak de periode waarin u gebruik gaat maken van vakantiekrachten. Bij het aannemen van minderjarige vakantiekrachten zijn er een aantal zaken waar u op moet letten.

---

Minimumuurloon/ minimum vakantiegeld

Een vakantiewerker is in feite een 'gewone' medewerker met een contract voor bepaalde tijd. U bent dan ook verplicht om minimaal het wettelijk minimumuurloon plus 8% vakantiegeld uit te betalen. Voor vakantiewerkers jonger dan 15 jaar bestaat geen minimumuurloon. U kunt voor deze groep het minimumuurloon van 15-jarigen als norm nemen, maar dit is niet verplicht.

Vakantiedagen

Net als andere medewerkers bouwt een vakantiekracht ook vakantiedagen op. Wie een maand fulltime heeft gewerkt, heeft recht op 1,67 vakantiedag (20 wettelijke vakantiedagen/ 12 maanden). Heeft de vakantiekracht géén vakantiedagen opgenomen dan dient u deze vakantiedagen aan het einde van het contract uit te betalen. Als u deze vakantiedagen uitbetaalt, moet u hierover ook 8% vakantiegeld betalen en (afhankelijk per cao) eventueel het percentage van de eindejaarsuitkering en andere componenten.

Rechten en voorzieningen uit de cao

Is er een CAO van toepassing? Controleert u dan of de vakantiekracht recht heeft op voorzieningen en rechten uit deze cao. Het kan voorkomen dat in de cao is opgenomen dat de collectieve overeenkomst niet geldt voor vakantiekrachten.

Premie Private aanvulling WW (PAWW)

Valt de medewerker onder de definitie “Vakantiekracht” van de CAO en is daardoor geen medewerker in de zin van de CAO? Dan hoeft u voor deze vakantiekracht géén premie PAWW in te houden en af te gedragen.

Geldig ID-bewijs

Kinderen vanaf 14 jaar hebben een eigen paspoort of identiteitskaart (ID-kaart) nodig vanwege de identificatieplicht. Neemt u een vakantiekracht in dienst dan dient u een kopie van een geldig identiteitsbewijs te bewaren bij de salarisadministratie. Een rijbewijs is géén geldig ID-bewijs.

Premies medewerkersverzekeringen en Zorgverzekeringswet

Vakantiekrachten zijn verzekerd voor de medewerkersverzekeringen. Daarnaast zijn ze verzekerd voor de Zorgverzekeringswet (ZVW), ook als zij jonger zijn dan 18 jaar. U draagt voor vakantiekrachten dus ook de werkgeversbijdrage ZVW af aan de Belastingdienst.

Arbeidsovereenkomst

Minderjarige vakantiekrachten vallen net als andere medewerkers onder het normale arbeidsrecht. Het is dus van belang om ook met vakantiekrachten een arbeidsovereenkomst af te sluiten. In de praktijk worden vaak oproepovereenkomsten voor bepaalde tijd overeengekomen, in de vorm van een nul-urenovereenkomst. Voor vakantiekrachten onder de 16 jaar geldt dat zij voor het aangaan van een arbeidsovereenkomst toestemming nodig hebben van hun ouders of voogd. Deze toestemming kan mondeling of schriftelijk worden verleend. Van stilzwijgende toestemming is sprake als een kind vier weken heeft gewerkt zonder dat zijn ouders

hiertegen bezwaar hebben gemaakt. Om onduidelijkheid te voorkomen is het raadzaam om de ouder of voogd het arbeidscontract mee te laten ondertekenen.

Wanneer u een oproepovereenkomst afsluit met een vakantiekracht, let dan wel op de aangepaste regels m.b.t.oproepkrachten met de komst van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Zo is alleen de lage WW-premie verschuldigd als de vakantiekracht jonger is dan 21 jaar en maximaal 48 uur per periode van 4 weken of 52 uur per maand, werkzaamheden voor u verricht.

Minderjarige vakantiekrachten (13 en 14 jaar)

Minderjarige vakantiekrachten mogen minder dan volwassenen. Zo mag een vakantiekracht niet alle soorten werkzaamheden verrichten en is ook de duur van de arbeid belangrijk. Vakantiekrachten van 13 en 14 jaar mogen alléén 'hand- en spandiensten' verrichten. Dat is licht werk waarbij zij zelf niets produceren. Ze mogen eenvoudige werkzaamheden verrichten, maar altijd onder toezicht. Daarnaast mogen ze per dag niet meer dan zeven uur werken en het maximaal aantal uren per week is 35. Tussen 19.00 en 7.00 uur moeten ze vrij zijn.

Kinderen van 15, 16 en 17 jaar

Voor 15-jarigen geldt dat zij maximaal acht uur per dag mogen werken met een maximum van 40 uur per week. Tussen twee werkdagen moet ten minste 12 uur rust zitten. Ook 15-jarigen mogen niet-industriële arbeid van lichte aard verrichten.

In de Arbeidstijdenwet is opgenomen dat jongeren van 16 en 17 maximaal negen uur per dienst mogen werken bij een werkweek van maximaal 45 uur. Bij risicovol werk moet altijd begeleiding aanwezig zijn.

Voor verdere informatie over de arbeidstijden bij jeugdige medewerkers verwijzen we u naar de site van de Rijksoverheid.

Loonheffing

Het salaris wat een vakantiekracht verdient in de vakantiemaand is veel hoger dan hun gemiddelde maandinkomen over één jaar. Dit gemiddeld lage maandinkomen betekent dat zij vaak géén loonheffing verschuldigd zijn, terwijl daar op basis van de hoogte van hun salarisuitbetaling in eerste instantie wel vanuit wordt gegaan. De vakantiekracht kan aan het eind van het jaar de te veel betaalde loonheffing bij de Belastingdienst terugvorderen. Tevens kan de vakantiekracht gebruik maken van de zogenaamde “studenten- en scholierenregeling. De “studenten- en scholierenregeling” wil zeggen dat er voor de berekening van de loonheffingen de kalenderkwartaaltabel wordt toegepast in plaats van het werkelijke loontijdvak (bijvoorbeeld de maandtabel) waardoor er via de salarisstrook minder of geen loonheffing wordt berekend. Een belastingterugvordering is dan niet meer nodig. Wanneer de vakantiekracht gebruik wil maken van deze regeling dan kan men een schriftelijk verzoek indienen bij de werkgever, voorzien van datum en handtekening. Hiervoor kan dit formulier gebruikt worden: 'Model opgaaf gegevens voor de loonheffingen (studenten- en scholierenregeling)'

Transitievergoeding

Medewerkers hebben sinds de invoering van de WAB vanaf de eerste werkdag recht op een transitievergoeding indien u als werkgever het initiatief neemt om het dienstverband te beëindigen. Echter, vakantiekrachten tot 18 jaar die gemiddeld ten hoogste 12 uur per

week gewerkt hebben, zijn een uitzondering binnen deze regeling en hebben dus géén recht op een transitievergoeding.