Voorjaarsnota 2025
- Monique Straver
- 1 mei
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 2 mei
In de Voorjaarsnota 2025 zijn een aantal maatregelen opgenomen die voor werkgevers en medewerkers van belang zijn. De meeste hiervan moeten al per 2026 in werking treden, sommige plannen worden juist uitgesteld.Ā
Een aantal van deze maatregelen hebben we voor u op een rijtje gezet:
Verhoging wettelijk minimumjeugdloon
De verhoging van het minimumjeugdloon geldt voor jongeren van 16 tot en met 20 jaar. Per leeftijdscategorie gaat het loon vanaf 2027 geleidelijk meer omhoog, In onderstaand overzicht de huidige percentages van het minimumjeugdloon en de percentages waarmee het minimumjeugdloon dan is afgeleid van het minimumloon vanaf 1 januari 2027.
Leeftijd | Huidig percentage | Percentage vanaf 2027 |
20 jaar | 80,0% | 87,5% |
19 jaar | 60,0% | 75,0% |
18 jaar | 50,0% | 62,5% |
17 jaar | 39,5% | 50,0% |
16 jaar | 34,5% | 40,0% |
15 jaar | 30,0% | 30,0% |
Stapsgewijs verhogen eerste schijf WKR van 1,92% naar 2,16%
Het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte van de werkkostenregeling is per 1 januari 2025 verhoogd van 1,92% naar 2% en gaat vanaf 2027 naar 2,16%. Hiermee krijgt u, relatief gezien met name het mkb, meer fiscale ruimte voor goed werkgeverschap. Door uitbreiding van de vrije ruimte kunt u bijvoorbeeld makkelijker duurzame arbeidsvoorwaarden, sportabonnementen of een extra thuiswerkvergoedingen aanbieden.
Arbeidskorting
De arbeidskorting is straks niet meer van toepassing op sociale- zekerheidsuitkeringen die via de werkgever worden betaald.
Bijtelling fiets
De bijtellingsregeling voor de fiets van de zaak die de medewerker ook privĆ© gebruikt, wordt aangepast. Nu wordt een fiets waarmee de medewerker zijn woon-werkverkeer aflegt, geacht voor privĆ©doeleinden ter beschikking te zijn gesteld. Maar er zijn ook āhub-fietsenā voor woon-werkverkeer die niet naar huis worden meegenomen. De aanpassing zorgt ervoor dat voor āzakelijkeā fietsen die over het algemeen niet thuis worden gestald geen bijtelling geldt.
Verlagen lage AOF-premie
In 2022 heeft het kabinet geld vrijgemaakt om het lage AOF-tarief voor kleine werkgevers extra te verlagen, als onderdeel van het MKB-pakket. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2025 is dit pakket aangepast. Daardoor is de verlaging van het tarief kleiner geworden en verloopt het tarief nu minder gelijkmatig over de jaren.
Als gevolg daarvan loopt het verschil tussen het lage en hoge AOF-tarief in 2026 en 2027 tijdelijk op. Om dat recht te trekken, wordt het lage AOF-tarief in 2026 met 0,21% en in 2027 met 0,23% extra verlaagd. Zo blijft de korting voor het mkb in die jaren gelijk.
Verhogen hoge AOF-premie
Om het gelijk houden van de korting voor het mkb in de AOF-premie te dekken wordt het hoge AOF-tarief verhoogd met 0,03% in 2026 en 0,04% in 2027.
Uitstel pensioen bedrag ineens
De invoering van de Wet herziening bedrag ineens is opnieuw uitgesteld. Pensioenuitvoerders hebben aangegeven na instemming van beide Kamers ten minste zes tot negen maanden nodig te hebben omĀ deelnemers goed te kunnen informeren over het keuzerecht voor opname van een bedrag ineens van het ouderdomspensioen. Daarom wordt de invoering uitgesteld naar 1 juli 2026.
Hervorming Werkloosheidswet In het Hoofdlijnenakkoord (HLA) is afgesproken dat een besparing plaats zal vinden op de Werkloosheidswet (WW) van 200 miljoen euro per jaar vanaf 2027. Deze besparing wordt ingevuld met een duurverkorting van de WW van 24 naar 18 maanden die ingaat vanaf 1 januari 2027.
Comments